BELEIDSPLAN
van de
Gereformeerde Kerk
te
Kamperveen
Beleidsplan voor de periode 2018 – 2022
Gereformeerde Kerk Kamperveen |
BELEIDSPLAN
- Inleiding
- Visie
- Roeping
- Context
- Profiel
- De biografie
- Kerkelijke kaart
- Een typering van de vorm van kerk-zijn
- Het imago
- Een sterkte-zwakte analyse
- Organisatie
- Plaatselijke regeling
- Kerkenraad
- Pastoraat
- Diaconaat
- Missionair werk
- Catechese en jongerenwerk
- Beheer
- Beleid
- Geldverwerving
- Het kerkgebouw
- Begroting
- Meerjarenbegroting
- Communicatie en PR
- Samenwerking met andere gemeenten/kerkgenootschappen
- Beleidsvoornemens en prioriteiten
- Evaluatie van het beleidsplan
- Inleiding
Het licht nog niet uit
Wie doet het licht uit ? Een veel gehoorde uitspraak als het gaat over kerkelijke gemeente die maar kleiner en kleiner worden. Niet te snel het licht uitdoen, wordt er gezegd. Maar wanneer moet het licht écht uit? En wie bepaalt dat?
Een kleine gemeente kan heel vitaal zijn. Klein betekent niet op sterven na dood, hoewel dat vaak gedacht wordt. Hoe minder christenen er zijn, hoe belangrijker hun aanwezigheid wordt. Je bent kwetsbaar als je klein bent, en als er een gezin verhuist voel je dat meteen. Omgekeerd merk je het ook direct als zich nieuwe leden bij de gemeente aansluiten. Je hebt elkaar nodig en je bent aan elkaar gegeven. Dat gevoel is belangrijk in de gemeente.
Onze identiteit bestaat niet alleen uit ledentallen of verwachtingen voor de toekomst, maar uit het deel uitmaken van het lichaam van Jezus Christus. Daarbij moeten we beseffen dat een kleine gemeente hier en nu waarde heeft, ongeacht de vraag of zij over pak weg twintig jaar nog zal bestaan. We mogen het ervaren als een zegen om kleine gemeente te zijn, en niet als een noodlot. Maar het is wel belangrijk om te blijven investeren in een kleine gemeente met geld en met initiatieven.
Een strakke richtlijn voor het opheffen van een gemeente is er trouwens niet volgens het Landelijk Dienstencentrum van de PKN. “Een gemeente met 40 leden kan heel vitaal zijn, terwijl een gemeente met 120 leden noodlijdend is en qua ledental hard terugloopt.” Wel houden regionale commissies toezicht op beheerszaken.
Beleid en planning zijn van groot belang bij de ontwikkeling van de gemeente. Een beleidsplan kan een nuttig instrument zijn om afspraken vast te leggen en ook een uitgangspunt voor nieuwe activiteiten.
Het gaat uiteindelijk niet om een professioneel document alleen. Maar het suggereert dat we niet zomaar iets doen, maar dat we nagedacht hebben over de inzet van de gemeente. Het beleidsplan inspireert ons als gemeente om op weg te gaan. Het plan blijft niet in de kast liggen, maar zet ons in de benen. Zonder opstaan en in beweging komen heeft een beleidsplan geen zin.
Trouwens, we moeten natuurlijk wel eerlijk zijn. Het zijn niet alleen idealistische motieven die ons nopen, we worden ook min of meer gedwongen. We zijn een gemeente die behoort tot de Protestantse Kerk in Nederland. Elke gemeente behoort te beschikken over een beleidsplan, ook wij dus. Daarom is dit zeker niet de minst belangrijke reden. In de kerkorde van de PKN lezen we in ord.4-7, 4-8-5 en 11-8 dat ‘de kerkenraad tot taak heeft het beleidsplan ter zake van het leven en werken van de gemeente vast te stellen’. De kerkenraad doet dat telkens voor een periode van vier jaar. Het betekent dan ook dat dit beleidsplan geldt voor de periode 2018-2022.
H.Zwart J.de Leeuw
preses scriba
- Visie
Zonder visie wordt het niks. Bij een visie laten we ons als gemeente inspireren door het Woord van God en de verwachting van het Koninkrijk van God waarin Christus zal zijn alles in allen.
De visie is dus richtinggevend. Het woord ‘visie’ betekent letterlijk: Je kijk op iets. Of anders gezegd: Zo zien wij het. Het woord ‘visie’ is verwant visioen en vergezicht en krijgt daarmee een Bijbelse lading die te maken heeft met toekomstverwachting, met het Koninkrijk van God.
Wij, de leden van de Gereformeerde Kerk van Kamperveen, willen een Bijbelgetrouwe gemeente zijn met ruimte voor alle leeftijdsgroepen. We willen ons – binnen dit kader – inzetten voor elkaar en voor de samenleving. |
2.1 Roeping
De roeping van de gemeente kan ook vertaald worden als ‘haar opdracht’. Om die opdracht of roeping te kunnen vaststellen is een oriëntatie op de Bijbel en op de traditie van onze gemeente bepalend. Het gaat hier om het benoemen van de kern van het gemeente-zijn.
Onze roeping is de mensen in Kamperveen uit te nodigen tot een leven met God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. |
We willen ons gemeente-zijn dienstbaar maken aan de opdracht om onze dorpsgenoten te bereiken met het evangelie van Jezus. Dat betekent voor ons dat we bij alles wat we doen streven naar een lage drempel en een hoog doel.
We willen onze gemeente zo toegankelijk en gastvrij mogelijk maken, een lage drempel. Daarbij willen we een heldere Bijbelse boodschap verkondigen en in alles de eer van God en de navolging van Jezus Christus centraal stellen, een hoog doel.
Onze missie om God te eren en mensen te winnen voor Jezus willen we bereiken door de missionaire levensstijl van de gemeenteleden en de gastvrijheid van de gemeente. Ons verlangen is dat wat we met elkaar doen en hoe we het doen gemeenteleden stimuleert om binnen hun netwerk mensen mee te nodigen en buitenstaanders aantrekt meer te ontdekken over ons leven met God en met elkaar.
We realiseren ons hierbij goed dat de gemeente geen doel is op zichzelf, maar een voorportaal van Gods Koninkrijk, waarbij we als gemeente deel uitmaken van de verscheidenheid van Christus’ gemeente door de tijd en over de wereld. Haar missie is Bijbels gezien samen te vatten met de woorden van Jezus’ opdracht uit Mattheüs 28: ”Ga op weg, verkondig het alle volken, doopt hen en leer hen zich te houden aan alles wat Ik jullie geboden heb”. Wat Gods geboden zijn, vat Jezus samen als: “heb God lief boven alles en je naaste als jezelf”
De gemeente is dé plek om dit met elkaar in praktijk te brengen en daarin met elkaar te groeien.
In Marcus 4 leert Jezus ons dat de groei van het Koninkrijk van God bestaat uit zaaien en oogsten maar dat de grond waarin je zaait vanzelf vrucht voortbrengt. Het is niet aan ons om te bepalen wanneer er welke vruchten moeten groeien. Wij mogen het zaad van het evangelie zaaien, God staat garant voor de groei en de vrucht. We focussen ons dus op goed zaaien, als christenen en als christelijke gemeente. Zaaien, nodigen, allemaal woorden voor onze missie.
2.2 Context
Het gaat in dit hoofdstuk over de omgeving waarin onze gemeente zich beweegt. Dit is dus vooral onze eigen woonplaats, Kamperveen. De omgeving beïnvloedt vanzelfsprekend mede onze gemeente. Er is een wisselwerking die je nooit over het hoofd kunt zien. De mate waarin die wisselwerking er is, hangt nauw samen met het ‘profiel’ van onze kerkelijke gemeente.
Er zijn in Kamperveen twee kerkverbanden. Beiden zijn onderdeel van de PKN. Onze Gereformeerde Kerk bevindt zich links van het midden terwijl de Hervormde Kerk van Kamperveen zich duidelijk rechts van het midden manifesteert. Deze gemeente rekent zichzelf tot de Gereformeerde Bond. Er is een geringe samenwerking tussen de beide kerken: tweemaal per jaar is er op zaterdagavond een gezamenlijke zangdienst. Alle genoemde diensten worden op zaterdagavond gehouden. Samenwerken op zondag is voor de Hervormde Kerk een brug te ver. Daarnaast wordt er samengewerkt in een werkgroep die hulpgoederen verzamelt voor een gemeenschappelijk Roemenië-project. Verder zijn er in de plaatsen rondom Kamperveen tal van kerkverbanden waar inwoners van Kamperveen bij aangesloten zijn. Die kerkgenootschappen zijn te typeren van behoudend tot evangelisch. Ook zijn er Kamperveners die bij geen enkel kerkgenootschap of –verband horen.
- Profiel
3.1 De biografie
“De HEERE heeft groote dingen gedaan, dies zijn wij verblijd”
Zo luidt de eerste zin in het oudste notulenboek van onze kerkelijke gemeente.
Op dinsdag 28 november 1874 werd onze gemeente gesticht . Een deel van de inwoners van Kamperveen voelde zich geroepen om samen te komen als ‘eene Christelijke Gereformeerde gemeente’. Sinds 1834 (de Afscheiding) traden steeds meer groepen uit de Nederlandse Hervormde Kerk omdat naar hun mening deze kerk een nieuwe reformatie in de weg stond. In 1892 verenigde de Christelijke Gereformeerde Kerk met hen die de nieuwe orthodox-gereformeerde kerken (de Doleantie) hadden gevormd. Ze noemden zich voortaan de Gereformeerde Kerken in Nederland.
Tot aan de Tweede Wereldoorlog hadden de Gereformeerde Kerken een gesloten en streng karakter. Vooral het werk van Abraham Kuyper en Herman Bavinck zetten een stempel op het kerkelijk leven en denken. Na de Tweede Wereldoorlog werd langzamerhand de heersende positie van het klassiek gereformeerde belijden losgelaten. Zij werd een open, plurale kerk met veel ruimte en vrijheid.
De HEERE heeft groote dingen gedaan, dies zijn wij verblijd.
Op Dinsdag den 28 November 1874 is alhier te Kamperveen eenen Christelijken Gereformeerde Gemeente gesticht onder den leiding van eene daartoe benoemde Commissie door den Klassis te Zwolle bestaande uit Ds.W.H.Gispers, Ds.J.Bavinck en den Ouderlingen E.van der Veer en Wilmerink.
Nadat door Broeder J.Smit student aan den Theol.School te Kampen alhier een paar jaren was geevangeliseerd of in het Evangelie was gearbeid gaven enigen vrienden en vriendinnen den wensch en de begeerte van hun hart te kennen om als eenen Christelijken Gereformeerde gemeente geinstitueerd te worden.
Deze wensch en begeerten op den Klassikale vergadering te Zwolle gebracht zijnde werden uit haar midden ter vervulling van dien begeerte den bovengenoemden Commissie benoemd die op gemelden datum alhier is verschenen.
Nadat Ds.Bavinck des morgens ten huize van den landbouwer E.Fikse tot den aldaar vergaderde vrienden en vriendinnen over het wezen der Kerk en over de ??? den Afscheiding van het Hervormde Kerkgenootschap had gesproken, trad Ds.Gispers in den namiddag dezer in het alhier reeds gestichten Kerkgebouw op en sprak eenen boeiende rede uit naar aanleiding van ! Cor.3 : 11-15 “Want niemand” enz.
Na den predikatie werden diegenen verzocht optestaan die zich als lidmaten bij den Chr.Geref.Kerk in Nederland begeerden aantesluiten……..
3.2 De kerkelijke kaart
Stand per 1 januari | aantal leden | belijdende leden | doopleden | geboren | gedoopt | kerkelijk huwelijk |
2012 | 58 | 35 | 23 | |||
2013 | 59 | 33 | 26 | |||
2014 | 59 | – | – | |||
2015 | 56 | 31 | 25 | |||
2016 | 53 | 29 | 24 | 1 | ||
2017 | 51 | 30 | 24 | |||
15 m, 15 v | 8 m, 13 v |
Belijdende leden | ingekomen | vertrokken | reden |
2012 | 1m 1v | Verhuizing | |
2013 | – | ||
2014 | 1m 1v | Verhuizing | |
2015 | 2m | Verhuizing / overleden | |
2016 | 2m 1v | 1m 1v | 3 ingekomen uit andere gemeente
2 vertrokken naar andere gemeente |
2017 |
Doopleden | ingekomen | vertrokken | reden | ||
2012 | 2m 5v | 2m 2v | verhuizing | ||
2013 | – | – | |||
2014 | 1v | verhuizing | |||
2015 | 1m | verhuizing | |||
2016 | 3m | vertrokken naar andere gemeente | |||
2017 | |||||
Leeftijdsopbouw per 01-01-2011 | |||||
Totaal | Man | Vrouw | |||
1 – 10 | 1 | 1 | |||
11-20 | 7 | 3 | 4 | ||
21-30 | 4 | 2 | 2 | ||
31-40 | 8 | 3 | 5 | ||
41-50 | 4 | 2 | 2 | ||
51-60 | 6 | 2 | 4 | ||
61-70 | 11 | 6 | 5 | ||
70 en ouder | 10 | 5 | 5 | ||
3.3 Een typering van de vorm van kerk-zijn.
We zijn een kleine gemeente die duidelijk verschilt van de omliggende gemeentes in de PKN. Steekwoorden die op ons van toepassing zijn, zijn eigenzinnig, veranderingsbereid en plichtsgetrouw. De leden van onze gemeente zijn erg op elkaar betrokken. Er is een bijzondere saamhorigheid zonder dat dit beklemmend wordt. We zijn flexibel en er wordt altijd in oplossingen gedacht. Gemeenteleden ervaren vooral dat ze behoren tot de wereldwijde kerk van Christus.
Ons uitgangspunt is dat iedereen (jong én oud) zich welkom zouden moeten kunnen voelen in élke dienst. Het is daarom goed dat er elke zondag even aandacht is voor de kinderen. Maar ook de jongeren en jong volwassenen mogen zich gekend weten. Een voorbeeld is een preek die ook herkenbaar is voor jongeren. We zouden graag een zo groot mogelijke betrokkenheid stimuleren door gebruik van toegankelijke hedendaagse taal en muziek. Daarmee geven we ook een invulling aan de opdracht om gastvrij te zijn naar mensen van buiten onze gemeente. De opzet van onze kerkdiensten is vrij traditioneel. Niet omdat we per se alles bij het oude willen houden. Wanneer vernieuwing een verbetering is, is daar ruimte voor. Dit ook weer in relatie tot het vormen van een gastvrije kerk.
3.4 Het imago
Het imago is het beeld dat buitenstaanders of niet-gemeenteleden van onze kerkgemeenschap hebben. Aan onze eigen gemeenteleden is gevraagd hoe zij denken dat buitenstaanders tegen onze kerk aankijken. Zij komen met de volgende opmerkingen:
- Het hangt af van het feit tot welke kerk die mensen behoren.
- Buitenstaanders zien ons als ‘losjes’, gezellig.
- Er is een unieke sfeer.
- Men is ook verwonderd over het feit dat die kleine groep nog steeds in staat is tot kerk-zijn.
3.5 Een sterkte-zwakte analyse
Het is belangrijk om terug te kijken, om te zien wat God voor ons heeft gedaan. En dat de boodschap van vroeger nog steeds een les is voor heden. Maar wanneer we denken dat we eenvoudig terug te kunnen naar vroegere tijd, zullen we hier in de communicatie met andersdenkenden tegenaan lopen. Willen we onze inspiratie delen dan kunnen we dat niet doen op dezelfde manier als decennia geleden. Het is in deze tijd een uitdaging om gemeente van de Heer te zijn die mensen (op een eigentijdse manier) aanspreekt. We kunnen dit alleen doen als we voortdurend teruggaan naar onze Bron, want daar ligt onze toekomst. We moeten bidden en werken, dat we een levende gemeente mogen zijn, die als het ware het hart, de ogen, de handen en voeten van Jezus heeft. Ons gebed mag in dit teken staan. Wij geloven dat God bij ons in de gemeente ook wonderen wil doen en ons in beweging wil zetten, gericht op Zijn en uiteindelijk onze toekomst!
We kunnen onszelf de volgende vragen stellen:
- Wat zijn de sterke kanten van onze gemeente ? Waarvoor zijn we dankbaar ? Wat willen we vooral niet kwijt raken ?
- Door de kleinschaligheid zijn er korte lijntjes met zo nodig directe actie en/of resultaat. Gemeenteleden voelen zich hierdoor serieus genomen.
- De meeste leden komen trouw naar de kerk.
- Je kunt in een kleine gemeente niet anoniem blijven. Dit betekent ook dat men snel omziet naar elkaar.
- We zijn dankbaar dat het nog mogelijk is om elke zondag een kerkdienst te houden.
- In theorie heeft onze gemeente geen bestaansrecht, maar in werkelijkheid gaat het om een levende gemeente van Jezus Christus.
- De intimiteit van de gemeente, vooral bij de viering van het Heilig Avondmaal.
- Sinds het ontstaan van de gemeente zijn we meestentijds vacant geweest. Naast de nadelen die dit met zich meebrengt heeft het – in ieder geval – één voordeel namelijk dat we elke week een andere voorganger hebben, dus veel variatie voor de gemeenteleden.
- Wat zijn de zwakke punten van onze gemeente ? Waarover zijn we vooral bezorgd ? Wat zijn de knelpunten ?
- We zijn eigenlijk te klein om goed en volwaardig als kerkelijke gemeente te kunnen functioneren, vooral in financieel opzicht.
- Het gevaar bestaat dat door het afhaken van leden ons voortbestaan in het gedrang komt.
- Met name voor de jeugd (catechese, clubs) zijn er te weinig mogelijkheden.
- Knelpunt kan zijn dat de gemeenteleden elkaar te goed kennen.
- Er is zorg over het feit dat veel actieve leden van de gemeente 60- en 70-plussers zijn. Hoe moet het gaan als deze groep tien jaar ouder is ?
- Er is te weinig geld voor groot onderhoud aan het kerkgebouw en dat is hard nodig.
We moeten niet blijven hangen in menselijke gewoontes of gebruiken. Daarom moet onze gemeente up-to-date blijven en meegaan met de tijd zonder dat het Woord van God geweld wordt aangedaan.
Graag willen we een aantrekkelijke kerk zijn en blijven voor de mensen die al jarenlang trouw en betrokken lid zijn, maar ook voor nieuwe generaties voor wie alles niet meer vanzelfsprekend is (jongeren, de generaties tussen de 25 en 40 jaar). Daarom moet het beleid gericht zijn om bruggen te bouwen naar elkaar. Jongeren zijn soms meer gericht op de vorm dan op de inhoud. Anderzijds waarderen jongeren duidelijkheid. Wat jongeren vooral beoordelen is of mensen echt, oprecht geloven. Terwijl ouderen graag kiezen voor de inhoud en het vertrouwde wat hen geleerd is.
Speerpunt voor de kerkenraad: Inventariseren binnen verschillende leeftijdscategorieën hoe de diensten worden ervaren. En betrokkenheid van jongeren stimuleren.
- Organisatie
4.1 Plaatselijke regeling
De plaatselijke regeling van de Gereformeerde Kerk te Kamperveen werd vastgesteld door de kerkenraad op 18 januari 2005, nadat de gemeente hierover was gehoord op 19 december 2004. In 2011 is de plaatselijke regeling aangepast.
In het voorjaar van 2005 is er onder alle (doop)leden van de kerk (vanaf 15 jaar) een enquête gehouden over het al dan niet laten voortbestaan van de gemeente. Een meerderheid koos er toen voor om zelfstandig te blijven en één kerkdienst per zondag te houden. Voor wat betreft de catechese en het jeugd-en jongerenwerk zou samengewerkt kunnen worden met een andere gemeente. Opgemerkt werd dat een voorwaarde voor het zelfstandig blijven is dat er voldoende inbreng en meeleven vanuit de gemeente moet zijn.
4.2 Kerkenraad
In paragraaf één van de plaatselijke regeling is het aantal kerkenraadsleden geregeld.
De gemeente wordt bestuurd door de kerkenraad. De kerkenraad beslist over beleidszaken en goederen. Belangrijke besluiten moeten eerst aan de gemeente worden voorgelegd voordat de kerkenraad dit definitief kan bekrachtigen.
4.3 Pastoraat
Eenmaal per twee jaar krijgen de pastorale eenheden binnen de gemeente huisbezoek. Dit gebeurt als regel door alle leden van de kerkenraad. Als er complexere (pastorale) problemen zijn kan er door de kerkenraad een externe deskundige /predikant worden gevraagd om hulp of bijstand te verlenen.
4.4 Diaconaat
De diakenen collecteren tijdens de kerkdiensten en helpen bij de vieringen van het Heilig Avondmaal. Daarnaast wordt er een rooster gemaakt voor de besteding van de opbrengsten van de collecten in de kerk. Hierdoor worden diverse stichtingen en organisaties gesteund. Misschien voelen we ons hier als gemeente weinig bij betrokken. In plaats van elke week een ander goed doel te steunen is het beter om een jaar lang geld in te zamelen voor een aantal duidelijk herkenbare doelen, waarbij vooraf een duidelijke doelstelling wordt geformuleerd. Wanneer de gemeente maandelijks op de hoogte gehouden wordt van de stand van zaken, kan hiervan een stimulerende werking uitgaan. Ook zal men zich op deze manier meer betrokken voelen bij het diaconaat van de gemeente.
4.5 Missionair werk
Ook als kleine gemeente proberen we – waar mogelijk – missionair te zijn. Twee maal per jaar wordt er een zangdienst gehouden op zaterdagavond. “Zingend naar de zondag”, dat is de naam waaronder deze activiteit wordt verricht. Door de jaarlijkse openluchtdienst en door de kerstnachtdienst proberen we ook randkerkelijke mensen te bereiken met het Evangelie.
4.6 Catechese en jongerenwerk
Onze gemeente is te klein om dit te kunnen organiseren. Een aantal jongeren van onze gemeente volgt catechisatie en/of neemt deel aan het jongerenwerk van de Hervormde Kerk aan de Hoogeweg.
- Beheer
5.1. Beleid
De kerkenraad heeft tot taak om materiele en financiële voorwaarden te scheppen voor het leven en werken van de plaatselijke gemeente.
De financiële administratie wordt door één gemeentelid verzorgd. Ook de jaarrekening en de toelichting worden door hem verzorgd. Tijdens de gemeenteavond in het voorjaar wordt e.e.a. verder uitgelegd aan de gemeenteleden. De kerkenraad wil helder en transparant zijn.
5.2. Geldwerving
Zoals te zien is in de meerjarenbegroting hebben we om de exploitatie rond te krijgen een kleine verhoging van de vaste vrijwillige bijdragen nodig.
De exploitatiekosten ad. € 13.000,– kunnen we in de toekomst opbrengen met de Jaarlijkse vrijwillige bijdragen, met de wekelijkse collecten en met giften
Hoewel het merendeel van de gemeenteleden trouw naar draagkracht de vrijwillige bijdrage betaalt, is er ook een groep die hierin achterblijft. Er is een aantal leden dat minder dan € 200,– bijdraagt. Uitdrukkelijk willen we daar ook bij vermelden dat dit voor sommigen – gezien de inkomstensituatie – een forse bijdrage is, waarvoor we zeer dankbaar zijn.
5.3. Kerkgebouw
We hebben een oud kerkgebouw en de staat van onderhoud laat veel te wensen over. In de jaren ’70 van de vorige eeuw is er voor het laatst een opknapbeurt geweest voor het interieur. Inmiddels is er een commissie gevormd die met voorstellen komt om het interieur te moderniseren. De bouwkundige staat van het gebouw is slecht.
Per jaar plannen we een aantal dagen per jaar waarop door vrijwilligers onderhoud gepleegd kan worden. Op deze manier houden we ons gebouw in redelijke staat. Als er groot onderhoud nodig is kunnen we dit (deels) ook in eigen beheer uitvoeren.
5.4. Begroting en meerjarenbegroting
Deze zijn bijgevoegd en hierin is te zien dat er een kleine verhoging van de vaste vrijwillige bijdragen nodig is om de exploitatie te garanderen.
- Communicatie en PR
We zijn ons bewust van de noodzaak van goede en gerichte voorlichting (PR) en we zoeken naar mogelijkheden om daar voortdurend aandacht aan te geven. Anno 2018 is het bittere noodzaak – ook voor een kerkelijke gemeente – om zich te presenteren en te profileren. Het is van belang dat de leden van de gemeente, maar ook de potentiële doelgroepen, op de hoogte raken en blijven van wat de gemeente doet en wat zij van plan is te gaan doen.
In de allereerste plaats is daar de maandelijkse nieuwsbrief. Maar we proberen ook op andere manieren naar buiten te treden:
- De kerkdiensten worden vermeld in de plaatselijke huis-aan-huis krant.
- Bijzondere diensten worden aangekondigd in de plaatselijke pers.
- Tweemaal per jaar (met Pasen en met Kerst) wordt – in samenwerking met de Hervormde kerk, het blad ‘Echo’ huis aan huis verspreid met een inlegvel waarop de kerkdiensten en samenkomsten van beide kerken in genoemde periodes worden vermeld.
- Elke zichzelf respecterende organisatie heeft tegenwoordig een website. Het is er nog niet van gekomen om dat te realiseren. Op korte termijn wordt dit nu gerealiseerd.
- Samenwerking met andere gemeenten/kerkgenootschappen
De meeste samenwerking vindt plaats met de andere kerkelijke gemeente in Kamperveen. Het betreft de Hervormde Gemeente (ook PKN). Qua ligging behoort deze gemeente tot de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk. Deze Hervormde kerk is vele malen groter dan onze gemeente en heeft een eigen predikant.
Sinds jaar en dag vindt de volgende samenwerking plaats:
- Tweemaal per jaar is er een ‘Zingend naar de zondag’. Eén keer per jaar gebeurt dat in onze kerk en één keer per jaar vindt dit plaats in de Hervormde Kerk aan de Hogeweg. Deze dienst wordt voorbereid door een commissie met leden uit beide kerken.
- Er is een gezamenlijke Roemenië-commissie. Hieraan neemt, naast de Hervormde kerk van de Hogeweg, ook de Hervormde gemeente van Kampereiland deel. We streven ernaar om enkele keren per jaar een hulptransport naar dat land te organiseren.
We hebben geprobeerd om de samenwerking verder uit te breiden maar dat is door de Hervormde Kerk afgewezen. We hebben voorgesteld om bijvoorbeeld met Bid- en Dankdag een gezamenlijke dienst te houden, maar dat was een brug te ver…….
Beleidsvoornemens en prioriteiten
Niet alle beleidsvoornemens kunnen in de periode waarvoor dit beleidsplan geldt, worden uitgevoerd. Er moeten soms keuzes worden gemaakt. Gemeenteopbouw is eraan werken dat de gemeenteleden hun roeping tegenover God, de kerk en de wereld steeds beter verstaan.
- We willen een open gemeente zijn en onze kerk zo laagdrempelig maken als maar mogelijk is binnen de geldende regels van de PKN. Dit betekent concreet dat de regels om deel te nemen aan het heilig Avondmaal worden verruimd en dat ook de ‘regels’ omtrent de doop worden verruimd. Een en ander is uitgewerkt in de plaatselijke regeling.
- Ook doopleden kunnen lid worden van de kerkenraad. Ook hier geldt weer dat dit gespecificeerd is in de plaatselijke regeling conform de regels van de PKN.
- Gastleden willen we meer bij onze gemeente betrekken.
- Opknapbeurt van het kerkgebouw.
- Een eigen website en mailadressen vanuit de kerk.
- Vergroten van de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van alle gemeenteleden.
- Werven van voldoende vrijwilligers.
- Een beamer en scherm in de kerk (vaste opstelling).
- Speerpunt voor de kerkenraad: Inventariseren binnen verschillende leeftijdscategorieën hoe de diensten worden ervaren. En betrokkenheid van jongeren stimuleren. Dit betekent ook dat voorgangers wordt gevraagd om kinderen/jeugd bij de dienst te betrekken.
- Vooralsnog eens per twee maanden een bijzondere dienst voor ouderen bijv. een dienst waarin uitsluitend uit de bundel van Joh.de Heer wordt gezongen.
- Na de inventarisatie onder jongeren en randkerkelijken streven we ernaar om voorlopig eens per maand een dienst te houden met een compleet andere opzet. Er zijn zitjes in de kerk in plaats van de gebruikelijke opstelling. Mocht dit initiatief aanslaan dan wordt overwogen om ook statafels te plaatsen bij deze meetings. Koffie en thee staat op elke tafel en degene die de dienst leidt houdt een korte overdenking, afgewisseld met muziek. We proberen in deze diensten het ‘eenrichtingverkeer’ van de voorganger te veranderen in een wisselwerking tussen gasten en voorganger. Mocht dit experiment slagen dan wordt het aantal bijzondere diensten uitgebreid.
- Evaluatie van het beleidsplan
Het beleidsplan heeft een looptijd van vier jaar. Opzet is om jaarlijks de voortgang te bewaken. Daarbij gaat het vooral om de uitvoering van het plan. Voor de diverse onderdelen zal periodiek worden nagegaan of de doelstellingen zijn gerealiseerd. Bij de evaluatie zal de kerkenraad het voortouw nemen. Relevante evaluatievragen zijn:
- Hebben we onze doelen gehaald ? Waarom wel/niet ?
- Wat ging goed ? Wat ging minder goed ?
- Wat kunnen we daarvan leren met het oog op de toekomst ?